Boek bij de sprekerVerbeter de wereld, onderneem het zelfPresenteren. Voor sommigen een feestje, voor anderen een nachtmerrie met klotsende oksels en een hoofd vol gedachten als: “Wat doe ik hier eigenlijk?” Zelf heb ik inmiddels aardig wat podiumuren gemaakt, maar geloof me: ook ik heb ooit met trillende knieën en een droge mond voor een groep gestaan. (En op miraculeuze wijze komt dat gevoel ineens weer terug als ik mijn spreekkaartjes op mijn bureau heb laten liggen.)
Toch lijkt het bij sommige mensen zo makkelijk te gaan. Alsof ze geboren zijn met een microfoon in de hand en een spotlicht op het voorhoofd. Maar achter dat ogenschijnlijke gemak schuilt stiekem gewoon veel aandacht, oefenen en het samenbrengen van allerlei losse vaardigheden. Presenteren leer je niet door het “gewoon even te doen”. Tenzij je het leuk vindt om te improviseren met klamme handen en een bonkend hart. Het vraagt om aandacht voor de verschillende aspecten én de bereidheid om te blijven oefenen.
1. Praten met een expert
Iedereen heeft blinde vlekken. Een expert kijkt net even anders, ziet waar je vastloopt of waar je juist kunt groeien. Soms hoor je een opmerking waar je eerst van denkt: “Ja hoor, daar heb je er weer één.” Maar negen van de tien keer blijkt het stiekem toch een goed punt.
2. Eigen maken van techniek
Presenteren is een vak apart. Denk aan stemgebruik, houding, structuur, interactie met het publiek, omgaan met zenuwen. Maar denk ook aan praktische zaken aan het gebruik van een microfoon (“Test, test!”), verblind worden door het podiumlicht of verdwijnen in de schaduw. Door je te laten informeren over technieken en werkvormen krijg je handvatten die je verder helpen. Je hoeft het wiel niet zelf uit te vinden, dat is al lang gedaan, inclusief de lekke banden. Zonde om daar niet je voordeel mee te doen.
3. De onderdelen apart oefenen
Net als bij het leren koken oefen je eerst het snijden van een ui voordat je een heel driegangendiner op tafel zet. Zo helpt het ook bij presenteren om de onderdelen los te oefenen. Werk bijvoorbeeld apart aan je openingszin (zodat je niet meteen begint te hakkelen), je ademhaling (voor als je halverwege je verhaal ineens naar lucht hapt), of je lichaamstaal (zodat je handen niet spontaan rare dansjes doen). Door te focussen op één aspect per keer, groeit je zelfvertrouwen sneller dan je denkt.
4. Alles samenbrengen tot één vaardigheid
En dan, als je de losse onderdelen een beetje onder de knie hebt, komt het moment suprême: alles samenvoegen tot een vloeiende presentatie. Het blijft oefenen en bijschaven, maar presenteren wordt steeds meer van jou. En mocht het toch misgaan à gewoon doorgaan! De beste verhalen ontstaan soms juist als het even niet volgens het boekje gaat.




